Bij de supermarkt stap ik van mijn fiets af en word ik aangesproken door een man die ik zo net nog voorbij ben gefietst. Hij vraagt me of ik thuis ook internet heb. Ik kijk een beetje verbaasd en denk, wie heeft er tegenwoordig geen internet. Ik zeg hem goedemiddag, zeker heb ik internet. Hij raadt me aan om eens te zoeken naar “De conducteur vertelt“. Dan zou ik een boekje tegenkomen waarin ik iets over mezelf zal lezen. Even denk ik aan een verkondiging van een of ander geloof, maar al gauw gaat mij een lampje branden. Ik zeg dat ik wel een idee heb…
Heel lang geleden op station Zwolle, ben ik in een trein gesprongen die begon te rijden. Daarbij kwam ik ten val tussen de treden en de deur. De conducteur die in het halletje stond, heeft de trein tot stilstand gebracht door aan de noodrem te trekken. Gelukkig mankeerde ik niks en kon ik gewoon opstaan. Maar wat zal de man verbaast zijn geweest toen hij zag dat ik geen armen had. Als de deuren worden geopend wordt mijn weekendtas aangereikt. Deze was bij de sprong op het perron gevallen. Een collega conducteur op het perron vertelde me dat ik voor straf op de volgende trein moest wachten.
Inderdaad, dit voorval heeft de conducteur beschreven in een bundel ervaringen tijdens zijn werk. We praten nog wat over wat ze zoal meemaken. Ook vertelt hij dat het tegenwoordig een stuk veiliger is. De deuren gaan nu in een bepaalde volgorde dicht en dan pas gaat de trein rijden. Dan komt mijn krantenartikel ter sprake. Ik vraag hem of hij ook internet heeft. Ik vertel hem dat als hij zoekt op Sander zonder armen, dat hij ook het een en ander over mij kan vinden waaronder dat artikel.